Herbestemming ‘Bastille’ van Piet Blom tot levendige miniatuurstad
In opdracht van Student Union, Universiteit van Twente, heeft Mei de transformatie van de Bastille (1969) vormgegeven. De renovatie maakt van het universiteitsgebouw weer een ‘levendige miniatuurstad’, zoals voorzien door architect Piet Blom in zijn oorspronkelijke ontwerp. De kenmerkende speakerscorner is een atrium geworden, waardoor ontmoeting nog sterker geënsceneerd is. Het plan vertaalt ontwerpuitgangspunten ontwikkeld in de jaren zestig naar de hedendaagse gebruiksbehoeften en ruimtelijke vereisten.
Project info
Status
Completed in 2004
Opdrachtgevers
Universiteit Twente
Programma
Activiteitengebouw voor studenten
Grootte
6.500 m2 FGA
Structuralistisch labyrint
Als typisch voorbeeld van het structuralisme uit de jaren ‘60, was de Bastille gevormd als een driedimensionaal labyrint van donkere ruimtes, verdeeld over drie bouwlagen in zestien verschillende niveaus. De gevel had een gesloten uitstraling. Kenmerkend voor het structuralisme, werd het gebouw gevormd door een structuur van balken en kolommen, waar het programma doorheen was geweven. Bezoekers konden zelf hun weg door het gebouw zoeken, waarbij er altijd een kans bestond te verdwalen.
Overzicht en ontmoeting
De renovatie, als onderdeel van het nieuwe Campus-masterplan van Jan Hoogstad, voegt aan de bestaande kleinschalige structuur een aantal grotere ruimtes toe, om ontmoeting op grotere schaal te organiseren en de leesbaarheid van het gebouw te vergroten. Om overzicht te creëren binnen het oorspronkelijk architectonische concept, heeft het gebouw een duidelijk herkenbare ingang gekregen. Twee nieuwe entrees aan weerszijden van het gebouw worden verbonden door een binnenstraat en multifunctioneel atrium, die als centrale ontmoetingsplek toegang biedt tot de omliggende ruimtes. Deze ‘uitholling’ van het hart van de Bastille brengt daglicht en lucht in het gebouw en versterkt de visuele relatie tussen de verschillende niveaus. Zo heeft de Bastille wederom het levendige karakter herwonnen, zoals Piet Blom had bedoeld.
Om overlast te voorkomen, zijn de diverse functies in het gebouw gescheiden naar aard van het gebruik. Daartegenover, passend bij het idee van de stad op kleine schaal, wordt interactie tussen de verschillende gebruikers zoveel mogelijk gestimuleerd. Juist de variatie aan gebruikers en functies maken de Bastille tot een bruisend en levendig gebouw. Zo zijn kantoorruimten niet zomaar kantoorruimten, maar vormen ze een integraal onderdeel van het totale studentenleven op de campus. Er zijn verschillende openbare en semi-openbare ruimtes, zoals de zogenaamde plaza’s, waar de gebruikers samen komen.
Karakter van Bastille
Om de grote hoeveelheid gebruikers in het gebouw te kunnen passen en de verkeersstructuur helder en veilig te maken, is de indeling van het gebouw grondig herzien. Daarbij is gestreefd het bijzondere karakter van de Bastille zoveel mogelijk te bewaren. Zo is de structuur van kolommen en balken is een beeldbepalend element in het interieur gebleven en zijn de typerende pui-indelingen verpakt in een nieuwe brandwerende pui.
Het nieuwe atrium vormt de moderne vertaling van de oorspronkelijke ‘speakerscorner’: een structuralistisch openbaar plein binnen het bestaande gebouw dat te donker en teveel ingericht was om nog goed te kunnen functioneren. Via het nieuwe atrium komt er licht en lucht in de omliggende ruimtes en ontstaat er een visuele relatie tussen de verschillende verdiepingen en functies binnen het gebouw. Door middel van houten vouwwanden kan het atrium worden getransformeerd tot een afgesloten zaal voor diverse evenementen zoals grote studentenfeesten en concerten.
Eindgebruiker aan zet
De studentenorganisaties die met de herbestemming ruimte in het gebouw hebben gekregen, zijn nauw betrokken in het ontwerpproces. Door het gebouw na renovatie zoveel mogelijk casco op te leveren, genoten de nieuwe gebruikers de vrijheid om de ruimtes eigen te maken – geheel in lijn met het gedachtegoed van het structuralisme.