“We zijn een sterk team: drie generaties met ieder een eigen expertise”
Naast Robert Winkel en Robert Platje is Michiel van Loon (1985, Bergen op Zoom) per maart 2022 de nieuwe partner bij Mei architects and planners, na drie jaar associate partnerschap. Thuis aan de keukentafel in Breda vertelt hij over de loop van zijn carrière, in een huis dat zijn fascinatie voor behoud, flexibiliteit en het reserveren van ‘restruimte’ onderstreept. “Op het niveau van zowel de stad als het gebouw is die ruimte ontzettend belangrijk.”
Eén van de oude entrees van de voormalige St. Annaschool – gebouwd in 1919 – biedt nu toegang tot het huis van Michiel en zijn gezin. Een huis met veel ruimte en licht, door de 4.5 meter hoge plafonds en ramen en de open – en dus toekomstbestendige – plattegrond. Het schoolgebouw transformeerde tot een complex voor creatief wonen en werken. In de gedeelde binnentuin ontmoet het gezin de andere creatief ondernemers aan wie dit pand is voorbehouden. De gemeente Breda maakte daarin een duidelijke keuze voor de inpassing van gemeenschappelijke woon-werkgebouwen in de stad. Een keuze die Michiel toejuicht, want in projecten reserveert hij zelf ook graag ruimte voor creativiteit, ontmoeting en alles dat bijdraagt aan een prettige woon- en leefomgeving. Zijn overtuiging? Ook dit soort keuzes – juíst dit soort keuzes – dragen bij aan waardeontwikkeling. ‘Waarde’ heeft bij deze aanpak bovendien betrekking op meer dan alleen het financiële aspect. Het Kabeldistrict in Delft is een goed voorbeeld van een dergelijke aanpak, vertelt Michiel. “We transformeren daarbij fabriekshallen met cultuurhistorische waarde naar een levendige stadswijk aan de Schie. Het is een droomproject. Dit soort projecten, met een hoge complexiteit en de gelaagdheid van bestaande en nieuwbouw, waren voor mij dé reden om in 2012 bij Mei te solliciteren. Ik vind het leuk om op verschillende schaalniveaus te werken en kan dat goed aan, het schakelen tussen stadsniveau, gebouwniveau, gebruiksniveau én detailniveau bij renovatie en transformatie. Zonder die skills zou ik dit project niet kunnen doen.”
Leren (en) transformeren
Mei leverde eerder een aantal succesvolle transformatieopgaven af, waaronder Jobsveem, Schiecentrale, Fenix I en het Kaaspakhuis. Het Kabeldistrict, waarvan Michiel nu de projectleider is, past ook in dit rijtje thuis. Niet alleen professioneel, maar ook privé loopt Michiel warm voor dergelijke opgaven. “Het schoolgebouw, waarin ik woon, verduurzamen we gezamenlijk en we beslissen samen over gedeelde faciliteiten. Als architect doe ik zo waardevolle ervaringen op die ik meeneem in projecten, waar het gaat over bijvoorbeeld gedeelde ruimten.” Door de juiste ruimtelijke invulling was Michiel achteraf bezien als tiener al gefascineerd: zijn vrije tijd vulde hij met fotografie en het tekenen van steden en skylines. Hij neemt zijn eigen leefomgeving en ervaringen nog steeds onder de loep en speurt immer naar te leren lessen en kansen. Gelukkig maar, want zo kwam Mei op zijn pad. Na een master Bouwkunde in Delft werkte Michiel bij diverse bureaus in binnen- en buitenland, om in 2012 bij Mei te solliciteren. “Ik was niet actief op zoek naar een andere baan, maar wist wel dat ik conceptueler wilde werken binnen een minder hiërarchisch bedrijf. Toen ik hoorde dat er bij Mei een positie vrij kwam, zag ik dat als een kans. De esthetiek van projecten als de Schiecentrale vond ik geweldig, net als de betekenis voor de buurt en complexiteit ervan.”
Bekijk meer projecten van Michiel van Loon
Van junior tot projectarchitect tot partner
Na bijna tien jaar bij Mei past de werkwijze van het bureau hem nog steeds als een jas. “Bij Mei gaan we met elkaar in gesprek. De uitgangspunten van een ontwerp en de doelstellingen van een project stellen we samen op.” Zo deden ze dat ook bij de alles veranderende pitch voor Fenix I in 2013. Inmiddels zijn we bijna tien jaar, veel projecten, prijzen (Fenix I won 21 awards) én een flinke groeispurt verder. Van zeven collega’s in 2013, het staartje van de economische crisis, groeide het bureau naar een team van vijftig in 2022. Ook Michiel groeide in zijn functie. “Ik begon bij Fenix I als junior architect. Robert bedacht het totaalconcept en de typologieën, samen dachten we na over de uitwerking en details. Die details bleken waardevol bij de pitch. Het was erg stimulerend om te merken dat je als junior met relatief weinig ervaring ook impact kunt hebben in zo’n proces.” Tijdens de ontwikkeling van Fenix I ontwikkelde Michiel mee van junior tot projectarchitect. Nieuwe projecten pakte hij vervolgens zelfstandig op, zoals ‘World’s fanciest McDonald’s’, in het glazen paviljoen aan de Coolsingel. “Dat was een belangrijk project voor mij. Hier kreeg ik vanuit Mei het vertrouwen om het project zelfstandig tot uitvoer te brengen. Waar Fenix I zeven jaar in beslag nam, ontwikkelden we dit glazen paviljoen in slechts één jaar tijd. Het was een sneltrein.”
“Kiezen is essentieel. Je kunt wel alles belangrijk maken, maar daarmee maak je het niet per se relevanter”
Kritisch kijken, slim kiezen
De belangrijkste les tot nu? Het belang van keuzes maken, stelt Michiel. “Choose your battles. Wij wegen continu af wat écht belangrijk is binnen een ontwerp en durven daarin een schifting te maken. Hoe je kiest, heeft te maken met de doelstellingen en waar je als bureau en als architect voor staat. Wij zoeken de elementen met het grootste afbreukrisico en bewaken die, de rest laten we gaan. Dat noemen we selectieve controle en het is een aanpak die ik nog niet kende. Wij zijn liever een fijne samenwerkingspartner dan dat we over alles de strijd aangaan. We snappen dat een ontwikkeling een optelsom van allerlei zaken is. Door dat begrip kan je elkaar verder helpen.” De aanpak van de selectieve controle was voor Michiel zowel leerzaam als bevrijdend. Hij kijkt kritischer en kiest efficiënter, door te durven zien wat een ontwerp nodig heeft én wat zijn eigen toegevoegde waarde binnen een project is. “Je kunt wel alles belangrijk maken, maar daarmee maak je het niet per se relevanter. Natuurlijk willen wij ook mooie gebouwen maken, maar het moet wel in dienst staan van een groter geheel. Soms ligt de focus daarbij op gebruikers, soms op de plek van het gebouw in de stad.”
“In het Kabeldistrict blijft de cultuurhistorie van het gebouw en de plek duidelijk zichtbaar. De grote hal, waar de kabels werden gemaakt, blijft onveranderd en biedt een enorme lengte en leegte. Het ís nog steeds dat fabrieksgebouw en dat blijft zo. Hier is nu onder andere het KD Lab gevestigd, een plek voor experiment voor de ondernemers in het gebouw. Die waardevolle ruimte hebben we, die is ons gegeven en gaat nooit meer weg, want het vormt de basisstructuur van het plan.”
Ruimte reserveren
Door te werken vanuit de eigen vijf core values werkt het bureau met hart en ziel aan passende oplossingen voor de plek, gebruiker, opdrachtgever én voor de huidige tijd en maatschappij, zegt Michiel. “We ontwerpen aan de hand onze kernwaarden Context, Community, Nieuwe Esthetiek, Flexibiliteit en Nieuwe Waarden. Wij staan daarvoor en willen daarom dat dit een onderdeel is van de projecten waaraan wij werken. We streven dus naar samenwerkingspartners die daar ook achter staan. Bij uitdagingen, zoals stijgende bouwkosten, zijn velen geneigd om die waarden uit het oog te verliezen. Dat is jammer. Wij puzzelen altijd net zo lang tot we de haalbaarheid en waarden met elkaar in overeenstemming krijgen.” Het reserveren van ruimte valt daar ook onder, op stadsniveau bijvoorbeeld door het toestaan van tijdelijke programmering en het faciliteren van plekken voor ondernemers om te groeien. Zo dragen zij bij aan de ontwikkeling van een plek, stelt Michiel. “Ruimte voor initiatief en eigenaarschap van de gebruiker zijn super belangrijk voor een stad of woongebouw. Juist dit soort adem- en ontwikkelruimte maakt gebieden aantrekkelijk. Dit zijn de plekken waar het bruist, waar een ongedwongen sfeer hangt en het gevoel dat er nog iets mogelijk is. In het Kabeldistrict is dat gevoel ook sterk aanwezig, omdat we dit belang blijven herhalen én een ontwikkelaar vonden die dit belang onderschrijft. Een commerciële invulling is altijd nog mogelijk, het juiste gevoel oproepen is in een later stadium veel moeilijker. Wist je dat deze plekken in het dagelijks leven van mensen belangrijker zijn dat de architectuur waar ze in wonen? Dat stimuleert mij enorm, dat wij daar met ons ontwerp aan kunnen bijdragen.”
En bijdragen zullen ze! “Ons team groeit. Met de Mei Academy willen we onze mensen de ruimte geven om enerzijds de eigen talenten verder te ontwikkelen en anderzijds om de werkwijze en kijk van Mei in de vingers te krijgen. Robert Winkel, Robert Platje en ik zijn een sterk team. We hebben dezelfde visie, maar zijn drie verschillende generaties met ieder een eigen expertise. Dat werkt heel goed.” Als partner bij Mei vindt Michiel het extra belangrijk om zich te blijven uitspreken over dat wat hij belangrijk vindt. “Nu ben ik vooral zichtbaar vanuit de projecten die we doen en minder vanuit het publieke domein, dat is iets waarin ik me wil ontwikkelen. Net als in het ontwerpen uiteraard, want dat doe ik het allerliefste.”
Michiel van Loon woont met zijn vrouw en twee kinderen in een oud schoolgebouw in Breda, met hoge ramen en plafonds, ingenieus ingebouwde kastruimte en kinderkamers én een groots, groen en gedeeld schoolplein voor de deur. Wanneer hij niet werkt, pakt Michiel soms zijn camera – een jeugdliefde – weer eens op of leest hij over psychologie en wetenschap. De tijd die hij doorbracht in New York en Wenen verrijkten zijn blik op stedelijk leven.
Tekst interview: Priscilla de Putter – Studio Goldfinch
Foto’s: ©Jerry Lampen – Jerry Lampen