De drie glazen atria van het Jobsveem laten daglicht het gebouw binnen en verschaffen de woningen die eraan gesitueerd zijn daglicht en uitzicht. Om het atrium wind- en regenluw te maken zijn er glazen lamellen als ‘schuttingplanken’ in de sparingen opgehangen.
Vanwege de transparantie zijn deze lamellen gemonteerd aan louter verticale stalen trekstaven, die tussen een stalen stabiliteitsraam zijn gespannen. Met gegoten RVS- knopen zijn de glazen lamellen aan de trekstangen bevestigd. Deze knopen zijn voorzien van rotules met kogelscharnieren om beweeglijkheid als gevolg van wind op te vangen.